2 januari 2021

Clubkampioen in coronajaar

Wat een jaar was dat! Mijn trainingsmaat Fred en ik kwamen in blakende vorm uit de winter. Maar bij de start van het wielerseizoen kregen we te maken met een onzichtbare vijand: het coronavirus. Hierdoor kwam in maart ook de wielersport piepend tot stilstand. Na de herstart in juli werd het uiteindelijk toch nog een mooi wielerjaar. Dat ik voor de vierde keer clubkampioen werd heeft daar ook zeker mee te maken.

Zonder griep de winter doorgekomen. De geheime trainingsschema’s van dottore Bohte werden tot in de details uitgevoerd. Dus in het voorjaar stonden mijn trainingsmaat Fred en ik te trappelen. Na één koers te hebben gereden werden de wedstrijden tot nader order afgelast. De reden? Het coronavirus was in een razend tempo van China naar Nederland gekomen. Wat doen je dan? Mooie fietstochten maken die wel goed zijn voor de conditie maar die niet bijdragen aan de snelheid. Even op en neer naar Apeldoorn. Nog maar een rondje om het Markermeer.

In juli werd het het wielerpeloton weer losgelaten. Bij iedere koers reden renners alsof hun leven er vanaf hing. Iedere koers kon immers de laatste van het seizoen zijn. Op een zondagmorgen op Wheelerplanet een koersje afwerken aan 48 kilometer gemiddeld per uur werd steeds gewoner. En de sprinttrainingen leverden resultaat. In mei kwam ik tijdens de training vanuit het wiel van een brommer tot 72.2 kilometer per uur: een record voor mij! In de wedstrijden hielpen de rappe benen enorm, met als hoogtepunt de winst het clubkampioenschap. In seizoen 2021 rijd ik eindelijk in het kampioenstenue met waarin de gebruikelijke rode Andreaskruizen uit het wapen van Amsterdam goud van kleur zijn.